Odile Over kunst

Mijn beelden zijn toeschouwers of dansers

Men kent de kunstenaar niet noodzakelijk door zijn werk. Ik wil verstilling uitdrukken, harmonie, lichte humor. Mijn beelden zijn toeschouwers of dansers die de dans van het leven dansen; eigenlijk zijn zij boeddha’s. Maar zelf ben ik een workaholic, gedreven en rusteloos. Ik beeld een toestand uit waarnaar ik verlang, maar die ik niet bezit.

Mijn boten hebben geen roeispanen

Mijn figuren zijn in rust. De attributen zijn bedden, zetels, sofa’s, baden of schommels. Mijn boten hebben geen roeispanen. Zij varen met de stroming mee, in harmonie met de elementen, met het leven zelf. De namen van mijn beelden verwijzen vaak naar gestolde tijd: timeless, time lost, time off … just sitting here,.. listening to the summer rain…

De vorm is net zo belangrijk als de inhoud

Hetzelfde thema verwordt in het ene gedicht tot een smartlap en wordt in een ander gedicht aangrijpend, universeel of poëtisch. Het verschil zit niet in het onderwerp, maar in de keuze en dosering van woorden en pauzes. In beeldende kunst zijn volumes, belijning en vormspanning belangrijk.

Ik hecht aan het ambachtelijk aspect

Ik hecht aan het ambachtelijke aspect van kunst. Al die zweverigheid en pretentie rond kunst irriteren mij. Een stoel ontworpen in zuivere belijning en met zorg uitgevoerd is voor mij ook kunst net als koken dat kan zijn.

Kunst zonder bijsluiter

Ik ben geïnspireerd door vooral de pre-colombiaanse kunst en ook door de oude Afrikaanse houten beelden die je aantreft in het museum van Tervuren. Etnische kunst trekt me aan, omdat ze sober en eenvoudig is, bijna kinderlijk, maar met een grote expressiviteit. Ook merk je aan die beelden de scheppingsvreugde waarmee ze werden gemaakt. Ik houd ook van Art Brut, van de kunstwerken gemaakt door psychiatrische patiënten zoals het Gentse Museum Dr. Guislain die toont en van kindertekeningen. Ook van volkstuintjes houd ik, van buxus en taxus, gesnoeid tot draken en dieren. Ik weet, we bevinden ons op de rand van kitsch, maar dat is ook maar een woord zoals het lelijke woord kunstenaar of het lelijke woord intellectueel.

Tot de top vijf van de lelijke woorden horen ook het woord liefde en het woord god.

Kunst is een communicatiemiddel

Beeldende kunst spreekt met beelden. Als die taal niet universeel is, niet kan worden begrepen door mensen met een gemiddelde intelligentie en een open geest, dan is die beeldentaal mislukt als communicatiemiddel. 

Ik loop niet hoog op met kunst waarvoor je moet gestudeerd hebben, die voornamelijk wordt bewonderd omdat ze de bewonderaar een intellectuele status verleent. Egidius, waar best du bleven? Iedereen begrijpt dat. Het gedicht ‘Het Huwelijk’ door Elsschot is een meesterwerk. Iedereen met enige levenservaring begrijpt dat. (En tussen droom en daad staan praktische bezwaren en ook weemoedigheid die niemand kan verklaren en die des ’s avonds komt …)

Zullen we

zei ze

samen

in een hotelkamer

gaan liggen

met pyjama’s aan

en dan de knecht

taart

laten brengen?

Dat is één van mijn favoriete gedichten door Judith Herzberg. Die lichtvoetigheid, die humor, dat kinderlijk eenvoudige, het poëtische trekken me aan. Ik hoop dat mijn beelden ook zo overkomen en niet als een verkleuterde wereld.

Er is in mijn beeldenwereld geen hiërarchie tussen mens en dier

Ik zie mensen en dieren als levende wezens zonder die scherpe scheidingslijn van intelligenter en minder intelligent. Ik voel dieren aan als meer in harmonie met het leven dan wij mensen. Honden en katten en apen hebben een gevoel voor humor. Mijn hond bvb kan op een heuveltop zitten en het landschap in zich opnemen. 

In ‘Cannery Row’ voert John Steinbeck een professor op die bij zijn ochtendwandeling langs het strand de zwerfhonden die hij ontmoet begroet door zijn hoed af te nemen. En de honden glimlachen terug. Mensen die niet kunnen zien dat honden lachen moeten hun bril opzetten. Kunt ge u voorstellen dat uw partner u ’s avonds als ge thuis komt zo enthousiast begroet als een hond dat doet? Ge zoudt er niet goed van zijn. 

De dagelijkse portie poëzie is van de straat te rapen

We leven te druk om de poëzie van het alledaagse te zien, de tijd stil te zetten en in het nu te leven. We hebben luie, moeë ogen. Als we het stof uit de ogen wrijven en wat schuin naar het leven kijken, zijn er wonderlijke dingen te zien.

Appreciatie

Ik wens dat mijn beelden net zo goed worden begrepen door iemand die maar lagere school heeft gelopen als door universitairen, net zo goed door Beatrix als door mijn buurvrouw, zoals dat ook het geval is voor de romans van Gerard Walschap, Willem Elsschot en John Steinbeck, die ik zeer waardeer.